Wanneer je op de Galapagos eilanden bent, voor de kust van Ecuador, gebeurt er iets met je.
Er gebeurde in ieder geval iets met mij. Daar waar je in Afrika of in Azië het gevoel hebt tijdens een jeepsafari relatief veilig te zijn en je je kwetsbaarheid lekker hebt thuisgelaten, is dat anders wanneer je aankomt op een van de Galapagos eilanden. Direct voel ik mij er te gast en eerbiedig loop ik om de leguanen heen die het pad versperren.
Ik vraag me af van wie en voor wie dat pad nu eigenlijk is.
Voor de mens die daar een paar dagen rond komt stappen of voor de bewoners zelf die geen vijanden kennen? Later tref ik een groepje zeeleeuwen aan die op het strand liggen te zonnen. Ze tillen lui hun kop op om te zien wie er aan komt. Als ze zien dat ik het ben, zijn ze niet onder de indruk, maar wel nieuwsgierig.
Voorzichtig ga ik bij ze zitten en nog steeds blijven ze liggen. Want ook al hebben deze dieren een hoog knuffelbeer gehalte, ik stel niets voor wanneer het op een ruzietje uit zou draaien. Dus ik ben op mijn hoede en voel me kwetsbaar. Als ze na een paar minuten nog steeds lui lijken te liggen, haal ik wat dieper adem en begin zelfs tegen ze te praten. Hele gesprekken voer ik met ze en ze lijken het allemaal wel best te vinden. Het is zo ongelofelijk bijzonder om te ervaren dat deze dieren geen enkele vorm van angst kennen voor de mens. Eigenlijk kunnen we best wat leren van deze dieren op de Galapagos eilanden, denk ik. Wat zou er gebeuren wanneer wij mensen geen angst meer zouden hebben voor onze medemens? Blijft nieuwsgierigheid dan over? Lijkt me een mooi experiment!
Comments